een greep uit de werken van een baanbrekende tentoonstelling over gender
De tentoonstelling ‘Kiss My Genders’ in de Londense Hayward Gallery is een uitgebreide blik op kunst die voorbijgaat aan binair genderdenken.
Del LaGrace Volcano, Robyn, Cold Store Romance, London, 1988. Courtesy of the artist © Del LaGrace Volcano
De tentoonstelling Kiss My Genders breekt met de vermoeiende neiging om queer-, trans-, intersekse- en non-conformistische lichamen op een neerbuigende manier af te beelden. In plaats daarvan ligt de focus op de kunstenaars, die de vrijheid krijgen om hun verhaal te vertellen.
Vijfendertig kunstenaars droegen meer dan honderd werken bij, die samen een periode van vijftig jaar beslaan. De tentoonstelling is een van de meest significante verzamelingen van kunst over genderidentiteit en -fluïditeit tot nu toe. En in plaats van dat alle werken verenigd zijn onder één thematische paraplu, krijgen de werken de ruimte om op zichzelf te staan. Alle artiesten krijgen de ruimte om gender op hun eigen manier te benaderen. Uiteindelijk is de rode draad die door de tentoonstelling heen loopt dat alle kunstenaars een kant van het leven belichten die buiten het alledaagse valt.

Curator Vincent Honoré zegt dat het samenstellen van de tentoonstelling begon met een simpel uitgangspunt: traditionele portretfotografie. Vanaf het begin was hij vastbesloten om het werk van Catherine Opie tentoon te stellen. Haar portretten van mensen uit de queer- en BDSM-scenes van San Francisco – waar ze zelf deel van uitmaakte – zijn geïnspireerd op de schilderijen van Hans Holbein. Op haar foto’s poseren haar onderwerpen altijd evenwichtig, met felgekleurde achtergronden. Ze gebruikt “traditionele portretfotografie om een niet-traditionele en vaak negatief in beeld gebrachte gemeenschap op een liefdevolle en waardige manier vast te leggen,” zegt Honoré.

Centraal in de tentoonstelling staat het idee van gender als performance. “Gender is een podium waarmee gespeeld kan worden, wat gemanipuleerd kan worden, en een manier van zelfexpressie kan zijn,” aldus Honoré. Een van de meest letterlijke interpretaties van dit idee is te vinden in het werk Looners van Jenkin van Zyl. Het is een cinematische video-installatie, met beelden die hoofdzakelijk gefilmd zijn in een complex van vervallen filmsets in het Atlasgebergte in Marokko. “Deze locaties zijn constant vervormd door een opeenvolging aan filmproducties,” legt de kunstenaar uit, “dus steken er delen van forten, katapulten en tempels uit het zand van de woestijn. De scènes die zich hier afspelen bevatten geweld, plezier en lust, en zijn een queerversie van het typische machogeweld dat je misschien verwacht van zo’n filmset.” Looners presenteert liefde als geweld en geweld als liefde in een serie aan shots van slagvelden waar conflict zich permanent blijft herhalen, dag na dag, zonder eind. Toch loopt er ook een rode draad van wrange humor door alle symbolische overdaad en campy horror, iets wat in veel van het werk in de tentoonstelling terug te vinden is. “Humor kan ook een lachspiegel zijn waarmee spanningen worden blootgelegd, evenals de kunstmatigheid van ’normale’ identiteiten,” aldus Van Zyl. “De film is een eerbetoon aan de groep queens met wie ik samengewerkt heb, en ik hoop dat de vreemde speelsheid en vreugde van het maakproces besmettelijk kan werken.”

In Glamrou (2016) portretteren Holly Falconer en Amrou Al-Khadi het ongedaan maken en opnieuw in elkaar zetten van een identiteit. Met deze foto probeert Amrou hun queer-zijn te verenigen met hun cultureel erfgoed, via drag. “Toen ik begon met drag was ik negentien, en dat leverde een diepe breuk in mezelf op. Hoewel het bevrijdend was om in de huid van een zelfgemaakt vrouwelijk alter ego te kruipen, leverde het ook het gevoel op dat ik in tweeën werd gesplitst. Door mijn mannelijke identiteit te verwerpen voelde ik een breuk ontstaan met mijn islamitische afkomst,” schrijft Amrou in een essay dat in de catalogus van de tentoonstelling staat. “In de foto probeer ik een Midden-Oosters tapijt als jurk te dragen. Maar de poging om een kruising te creëren tussen mijn genderidentiteit en mijn achtergrond heeft een splitsing van mijn identiteit tot gevolg.”

Het werk van Del LaGrace Volcano vormde in de jaren tachtig en negentig een cruciaal onderdeel van de ondergrondse queer- en dragkingscene van Londen, en is ook erg uitdagend van aard. Op de tentoongestelde werken zijn mensen te zien die hun omgevingen tegelijkertijd verstoren en er trots een plek in opeisen. In Robyn: Cold Store Romance, London (1988) staat een figuur in een tutu aan de oever van de Thames, het haar strak achterover gekamd. Volcano en hun onderwerpen zijn “heldhaftige en stoere figuren,” zich volledig bewust van hun krachten.
“Ik heb het geluk gehad om in mijn ongeveer zestig jaren een breed scala aan lichamen, identiteiten en geslachten te hebben bewoond. Ik heb zo elk aspect van het lhbt-spectrum van dichtbij meegemaakt,” gaat Volcano verder. “Mijn werk is altijd bedoeld geweest om alle systemen van regulering uit te dagen – niet alleen omtrent gender, maar alle regels.”

‘Kiss My Genders’ is tot 8 september 2019 te zien in de Hayward Gallery in Londen.